Klanten
staan centraal
40+ jaar
juridisch expert
Nationaal
en internationaal
Neem contact op

Terug naar 2015: EU voert sancties tegen Iran opnieuw in

Nadat het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland (met EU-steun) eind augustus 2025 een melding deden over niet-naleving van de Iran-deal uit 2015 door Iran, werd de procedure voor ontbinden van de deal in gang gezet.

Nu ook de VN-Veiligheidsraad (VNVR) geen resolutie heeft aangenomen om de versoepeling in stand te houden, zijn de sancties van vóór 2015 weer van kracht geworden. In deze blog een overzicht van de beperkingen die sinds 29 september 2025 (weer) gelden.

Sanctieprocedure: ‘Snapback’ mechanisme

De procedure waarin de sancties van vóór 2015 weer van kracht zijn, wordt het ‘snapback’ mechanisme genoemd, en vind haar oorsprong in resolutie 2231(2015), waarin de VN-Veiligheidsraad (VNVR) de Irandeal die na jarenlang multilateraal overleg was gesloten bekrachtigde. De versoepeling was wel onder de voorwaarde dat Iran haar nucleaire programma flink inkromp en slechts zou gebruiken voor vreedzame doeleinden. Zodra Iran zich niet aan de voorwaarden zou houden en daarvan een melding werd gedaan bij de VNVR door de zogenaamde E3 (VK, Frankrijk en Duitsland met steun van de EU), werd de versoepeling van de sancties automatisch opgeheven. Slechts met een resolutie in de VNVR binnen dertig dagen had de automatische opheffing stopgezet kunnen worden.

Wat de sancties inhouden

Op 19 september werd een dergelijke resolutie verworpen, waardoor vanaf 29 september (dertig dagen na de melding van de E3) de voormalige sancties weer van kracht zijn. Op 29 september heeft de Raad middels Uitvoeringsverordeningen (EU) 2025/1980 en 2025/1982 de tegoedenbevriezingen en reisverboden voor personen en entiteiten heringevoerd, en op 30 september middels Uitvoeringsverordening (EU) 2025/1975 maatregelen gericht op specifieke sectoren heringevoerd.

Samengevat houden de opnieuw geldende sancties in:

  • Een reisverbod voor meer dan 50 betrokken personen;
  • Een tegoedenbevriezing voor de Iraanse Centrale Bank, andere grote Iraanse banken, en bijna 200 energiebedrijven en scheepvaartmaatschappijen.

Daarnaast zijn er verboden op:

  • De export van goederen voor tweeërlei gebruik (dual-use) en andere goederen voor het nucleaire programma naar Iran;
  • Het importeren, kopen en transporteren van ruwe olie, aardgas en producten uit de petrochemische industrie;
  • Het verkopen of aanleveren van installaties en technologie voor de olie-, gas- en petrochemische sector;
  • De export van waardevolle metalen (zoals goud), diamanten en grondstoffen zoals aluminium en staal.
  • De export van marine-apparatuur voor scheepsbouw en onderhoud.
  • De export van specifieke software (zoals industriële software voor de energie-, defensie- en financiële sector).
  • Financiële diensten, waaronder het verlenen van leningen of het aangaan van joint ventures met Iraanse energie- en defensiebedrijven.
  • Dienstverlening aan Iraanse vrachtvluchten of -schepen met gesanctioneerde goederen. Vanaf 1 januari 2026 geldt ook een verbod op dienstverlening aan Iraanse olietankers.
  • Verzekeringsdiensten voor de Iraanse overheid en bedrijven.
  • Financiële transacties met Iraanse banken boven bepaalde drempels (vaak € 10.000).

Voor ondernemingen die internationaal actief zijn, is het zaak te voldoen aan de nog geldende sanctieregels. Exportverboden, tegoedenbevriezingen en verboden op bepaalde diensten hebben een grote impact op ondernemingen. Tegelijkertijd is het raadzaam de ontwikkelingen in Brussel en andere hoofdsteden op de voet te volgen.

Deze publicatie wordt u ter informatie verstrekt en vormt geen juridisch advies.

Meer informatie

Kneppelhout heeft uitgebreide ervaring met sanctiewetgeving en de praktische aspecten ervan. Onze advocaten kunnen adviseren over complexe nationale- en internationale sanctiewetgeving.

 

Artikelen en klantverhalen binnen dit specialisme