Klanten
staan centraal
40+ jaar
juridisch expert
Nationaal
en internationaal
Neem contact op

Passagiersclaim: rechter bevestigt aanwezigheid van buitengewone omstandigheden

In een recente uitspraak van de kantonrechter Haarlem (Rb. Noord-Holland, 28 mei 2025) heeft luchtvaartmaatschappij Etihad Airways PJSC succesvol verweer gevoerd tegen een eerdere verstekveroordeling. De zaak draaide om een compensatieclaim van een passagier wegens een vluchtvertraging, maar Etihad wist in verzet overtuigend aan te tonen dat sprake was van buitengewone omstandigheden – een argument dat juridisch vaak lastig is te bewijzen. 

Deze uitspraak is niet alleen een concrete overwinning van de luchtvaartmaatschappij, maar biedt bovendien juridische aanknopingspunten voor andere luchtvaartmaatschappijen die geconfronteerd worden met soortgelijke claims onder de EU Verordening 261/2004 (hierna: “de Verordening”).

Casus

De passagier vorderde € 600,00 aan compensatie wegens een vertraagde vlucht van Amsterdam naar Abu Dhabi. Door de vertraging miste hij zijn aansluitende vlucht naar Bangalore en arriveerde hij meer dan drie uur later op de eindbestemming. Dit is het klassieke criterium voor compensatie onder artikel 7 van de Verordening.  In eerste instantie werd de luchtvaartmaatschappij bij verstek veroordeeld, omdat er geen verweer was gevoerd. De luchtvaartmaatschappij stelde echter met succes een verzetprocedure in. 

Het verweer

Het verweer van de luchtvaartmaatschappij was primair gebaseerd op artikel 5 lid 3 van de Verordening, waarin compensatieplicht vervalt als een luchtvaartmaatschappij kan aantonen dat de vertraging is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden die ondanks redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Samengevat kwam het verweer van Etihad neer op het volgende: 

  • 86 minuten van de totale vertraging werd veroorzaakt door restricties van de luchtverkeersleiding op Schiphol; 
  • de vlucht kreeg een slottijd opgelegd die meerdere malen werd uitgesteld; en 
  • deze slottijden vloeiden voort uit capaciteitsproblemen op de luchthaven (buiten de macht van Etihad). 

De rechter ging hierin mee. Luchtverkeersbeperkingen vallen onder buitengewone omstandigheden en moeten verplicht worden opgevolgd. De kantonrechter benadrukte dat de achterliggende reden van de beperking (drukte of ondercapaciteit) irrelevant is, want het gaat immers om de bindende instructie van de verkeersleiding. 

Juridische lessen voor de praktijk

Het aandragen van bewijs en een deugdelijk onderbouwing loont. Etihad leverde vluchtrapporten en ATC-berichten aan waaruit concreet bleek dat de vertraging direct voortkwam uit opgelegde beperkingen. Het aantonen van het causale verband is van belang. Slechts een deel van de vertraging was buitengewoon (86 min), de rest niet. Toch wees de rechter terecht op het causale verband dat zonder de buitengewone omstandigheid de passagier zijn overstap op tijd gehaald kon hebben. Daarmee valt de gehele schade onder de beschermde vertraging. 

Redelijke maatregelen treffen is cruciaal. Etihad had de passagier omgeboekt naar de snelste alternatieve verbinding. De rechter vond dit voldoende, want meer kon niet van Etihad worden verwacht. 

Conclusie

Deze uitspraak onderstreept dat luchtvaartmaatschappijen zich wél met succes kunnen verweren tegen passagiersclaims op basis van artikel 5 lid 3, mits zij (zoals in deze zaak): tijdig en volledig bewijs aanleveren, het causale verband tussen de buitengewone omstandigheid en de betreffende vertraging kunnen aantonen en transparant & zorgvuldig omgaan met alternatieve oplossingen voor de passagier.

Meer informatie

Mocht u a.d.h.v. dit artikel nog vragen hebben, neem dan contact op met onze specialisten Handel, Industrie en Logistiek:

Artikelen en klantverhalen binnen dit specialisme