Nadat een werknemer op heterdaad was betrapt op het roken van een joint onder werktijd, werd hij onmiddellijk ontslagen. De zaak kwam voor de rechter, waar de werknemer verzocht om het ontslag te vernietigen. Zijn argument? Het ontslag zou onterecht zijn. Hier ging de rechter niet in mee en hield het ontslag in stand.
Feiten
De werknemer was werkzaam als stackerdraaier op de ECT Euromax terminal in de Rotterdamse haven. Het was zijn taak om containers te koppelen en los te maken, waarbij hij voor de veiligheid in een éénpersoons stackerhokje plaatsnam wanneer de kraan in actie was.
Rond 8:54 uur zat de werknemer in het hokje toen de voorman binnenkwam en meteen een sterke hasjlucht rook. De werknemer ontkende aanvankelijk en zei dat het om een Marlboro sigaret ging, maar toen de voorman een brandende joint op de grond zag liggen, gaf de werknemer toe dat hij inderdaad een joint had gerookt. Hij bood zijn excuses aan, waarna de voorman hem direct weggestuurde van de terminal.
Later die dag bevestigde hij nogmaals in een gesprek met de werkgever zijn daad, wat leidde tot zijn ontslag op staande voet. Diezelfde dag ontving hij de ontslagbrief. Werknemer was het niet eens met zijn ontslag en eist vernietiging hiervan. De rechter ging hier niet in mee.
Beoordeling op basis van de feiten ten tijde van het ontslag
Deze zaak moet worden beoordeeld op basis van de feiten die bij de werkgever bekend waren of bekend hadden kunnen zijn ten tijde van het ontslag. Het verweer van de werknemer, die ter zitting voor het eerst verklaarde dat hij op die dag op de terminal geen joint heeft gerookt, wordt dan ook niet relevant geacht. Dit had hij namelijk al moeten aangeven tijdens het verhoor door de werkgever.
De kantonrechter gelooft bovendien niet in de verklaring van werknemer die zei dat dat hij geen joint had gerookt. Wel gelooft hij de verklaring dat werknemer aan de voorman zou hebben gezegd dat hij dat wel had gedaan, aangezien hij ‘niet kon bewijzen dat de joint niet van hem was’. Ter zitting gaf de werknemer verder aan dat hij vanaf 6:40 uur alleen in het stackerhokje zat en dat er niemand anders aanwezig was totdat de voorman rond 8:54 uur binnenstapte.
Er is dus geen andere verklaring voor de brandende joint dan dat de werknemer deze zelf had gerookt en op de grond heeft gegooid toen de voorman het hokje betrad. Gezien deze feiten heeft de kantonrechter geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de onderbouwde stelling van de werkgever dat de werknemer op heterdaad is betrapt op het roken van een joint op de werkplek.
Ontslag op staande voet terecht wegens ernstig verwijtbaar gedrag
De kantonrechter oordeelt dat er een dringende reden was voor het ontslag op staande voet, wat de werknemer direct werd meegedeeld. De werkgever hanteert een zerotolerancebeleid voor alcohol- en druggebruik op de terminal, wat essentieel is voor de veiligheid en de uitvoering van het werk. De werknemer heeft niet betwist dat hij op de hoogte was van dit beleid, dat hij ook ondertekend had. Het roken van een joint op de werkplek werd dan ook terecht als een dringende reden voor ontslag gezien. De werknemer was nog maar kort in dienst (minder dan een jaar) en heeft geen argumenten aangedragen die het ontslag onterecht maken. Het verzoek om het ontslag te vernietigen wordt afgewezen, en het verzoek van de werkgever om de rechtsgeldigheid van het ontslag te bevestigen, wordt toegewezen.
Daarnaast is vastgesteld dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De werkgever heeft aangetoond dat de werknemer het zerotolerancebeleid kende en hiervoor heeft getekend, maar desondanks een joint naar de terminal heeft meegenomen en gerookt tijdens werktijd. Dit gedrag wordt als onacceptabel beschouwd en leidt tot de conclusie dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Geen vergoedingen maar een veroordeling
De verzochte transitievergoeding en een billijke vergoeding door de werknemer zijn afgewezen. Werknemer heeft hier immers geen recht op gezien de manier waarop zijn arbeidsovereenkomst is komen te eindigen. De rechter oordeelt dat de werknemer terecht op staande voet is ontslagen. De werknemer heeft daarnaast ernstig verwijtbaar gehandeld. Hierdoor wordt de werknemer veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 949.
Conclusie
Uit deze uitspraak blijkt duidelijk dat het naleven van bedrijfsregels, zoals het zerotolerancebeleid ten aanzien van alcohol en drugs, essentieel is voor de veiligheid en het functioneren op de werkvloer. Het roken van een joint op de werkplek kan, zoals in dit geval, een dringende reden zijn voor ontslag op staande voet. Werkgevers dienen heldere richtlijnen te stellen en medewerkers dienen zich hieraan te houden.
Meer informatie
Heeft u vragen over ontslag op staande voet, arbeidsrechtelijke kwesties of het opstellen van duidelijke bedrijfsregels? Of heeft u te maken met een soortgelijke situatie en weet u niet wat uw rechten of verplichtingen zijn? Neem dan gerust contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten voor deskundig advies: