Klanten
staan centraal
40+ jaar
juridisch expert
Nationaal
en internationaal
Neem contact op

Lessee failliet. Wat nu?

Het leasen van voertuigen, schepen en ander (zwaar) materiaal is de afgelopen jaren in Nederland heel populair geworden. Daar is ook een goede reden voor. Het leasen van bepaalde objecten voor de bedrijfsvoering biedt ondernemers een laagdrempelige en relatief goedkope manier om dergelijk materieel in gebruik te krijgen. De basis hiervoor is een leaseovereenkomst tussen de leaseovereenkomst als “lessor” en de gebruiker als “lessee”.

De verhouding tussen de lessor en de lessee

In de meeste gevallen zullen de leasetermijnen overgemaakt worden zoals afgesproken en zullen er zich weinig problemen voordoen. Ook het risico van het aangaan van leaseovereenkomsten is voor een leasemaatschappij redelijk overzichtelijk. Het object zelf is immers de zekerheid voor de verplichtingen van de lessee. Komt de lessee zijn verplichtingen niet na, dan kan de leasemaatschappij de overeenkomst ontbinden en kan het object weer worden teruggenomen. Het juridisch eigendom van het object blijft immers gedurende de looptijd van de leaseovereenkomst bij de leasemaatschappij. Zolang de waarde van het leaseobject de mogelijke schade van de leasemaatschappij overstijgt als de afspraken niet worden nagekomen, dan is er niet veel aan de hand. Toch? Helaas blijkt dat in de praktijk niet altijd zo te zijn.

Vaak zien wij in de praktijk dat de situatie, zeker in de situatie dat er meerdere objecten in lease zijn ondergebracht bij één onderneming of groep van ondernemingen, snel ingewikkeld en onoverzichtelijk kan worden. Combineer dat met een situatie waarbij er door de leasemaatschappij al iets te vaak uitstel van betaling is verleend, er sprake is van slechte communicatie met de lessee of er mogelijk leaseobjecten zijn verdwenen, dan ziet de positie van de leasemaatschappij er ineens heel anders uit.

De laatste tijd zien wij dat bij leasemaatschappijen het besef toeneemt dat de financiële positie van een lessee zomaar negatief zou kunnen veranderen en dat de leasemaatschappij daarom behoefte heeft aan advies over zijn eigen positie, wat er kan worden verbeterd en welke stappen tegen een lessee moeten/kunnen worden genomen om de schade zoveel mogelijk te beperken. Het aantal verzoeken van lessees om uitstel van betaling lijkt toe te nemen en ook worden de mogelijkheden van de WHOA steeds beter gevonden door ondernemingen met alle gevolgen van dien voor de leaseovereenkomsten. Nog problematischer is de situatie dat een lessee eenvoudigweg stopt met communiceren en plots de leasetermijnen niet meer overmaakt.  Een andere – helaas regelmatig voorkomende situatie – is het faillissement van een lessee. Het is over deze laatste situatie dat deze blog gaat, waarbij met name zal worden ingegaan op de  volgende praktische vragen:

  • Wat houdt het faillissement van een lessee in?
  • Wat zijn de gevolgen van het faillissement van een lessee voor de leaseovereenkomst?
  • Schade beperken voor de leasemaatschappij: enkele tips & tricks.

Het faillissement van een lessee

Op het moment dat een lessee failliet wordt verklaard, krijgt een curator onder andere het beheer over de bankrekening van de lessee. Het oude bestuur van de lessee kan hierdoor niet meer bij het geld van de onderneming en de bank zal zonder toestemming van de curator geen geld meer overboeken. Hierdoor zullen ook automatische incasso’s van de leasemaatschappij niet meer kunnen worden geïncasseerd. Leasetermijnen kunnen dus niet meer worden voldaan zonder medewerking daartoe van de curator. Of de curator de leasetermijnen zal blijven betalen, hangt af van de vraag of hij van mening is dat de onderneming de objecten nog nodig heeft. Ook zal een curator in zijn overweging meenemen wat de positie van de leasemaatschappij is en of de leasemaatschappij, bijvoorbeeld, van plan is om de objecten direct op te halen als betaling uitblijft.

Gevolgen van het faillissement voor de leaseovereenkomst

In de meeste leaseovereenkomsten, of de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden, staat wel een bepaling dat de leasemaatschappij het recht heeft om de leaseovereenkomst te ontbinden en het object direct mag opeisen op het moment dat de lessee failliet is verklaard. Mocht zo’n bepaling ontbreken, dan kan een leasemaatschappij de overeenkomst ook op grond van de wet ontbinden als betaling uitblijft. Als de leasetermijnen nog wel worden voldaan door de curator, hetgeen vaak door de curator wordt gedaan als er bijvoorbeeld een mogelijkheid tot het doorstarten van de onderneming wordt onderzocht, dan biedt de Faillissementswet de leasemaatschappij nog de mogelijkheid om de leaseovereenkomsten te ontbinden.  Hierbij dient wel het onderscheid tussen financiële lease en operationele lease in acht te worden genomen.

Financiële lease

Van belang bij financiële lease is dat de lessee in beginsel na afloop van de looptijd van de leaseovereenkomst het eigendom over het object verkrijgt. Uiteraard moet de lessee daarvoor wel eerst alle verplichtingen uit de leaseovereenkomst zijn nagekomen, waarbij de betalingsverplichting natuurlijk het belangrijkst is. Als er gedurende de looptijd van de leaseovereenkomst sprake is van een faillissement, dan kan de leasemaatschappij de overeenkomst direct ontbinden en zijn vordering als concurrente schuldeiser indienen in het faillissement. Ook de curator heeft in een dergelijk geval het recht om de leaseovereenkomst per direct te ontbinden.

Na ontbinding en inlevering van het leaseobject, zal het object moeten worden verkocht. Als er na de verkoop van het leaseobject nog een deel van de opbrengst overblijft, uiteraard na aftrek van de gehele vordering van de leasemaatschappij, dan heeft de curator recht op dat bedrag. Ook in een situatie zonder faillissement zal dit restant van de verkoopopbrengst worden overgemaakt aan de (voormalig) lessee.

Ook is in het geval van een faillissement van een lessee de situatie denkbaar dat een curator de ontbinding van de leaseovereenkomst wenst te voorkomen. Over het algemeen zal deze situatie zich voordoen als de curator denkt dat  het object nog van belang is voor een eventuele doorstart of als een curator meent dat het object voor een hogere waarde kan worden verkocht dan waarvoor de leasemaatschappij het object zal verkopen. In dit geval kan de curator de leasemaatschappij aanbieden om alle toekomstige leasetermijnen (en eventuele achterstallige leasetermijnen) te betalen, zodat het eigendom van het leaseobject overgaat in de boedel. Deze situatie is met name interessant voor de curator als de looptijd van de leaseovereenkomst tot een einde komt en dus nog maar een relatief kleine vordering van de leasemaatschappij resteert.

Operationele lease

Bij operationele lease ligt de situatie eenvoudiger dan bij financiële lease. Een overeenkomst van operationele lease is  in principe een huurovereenkomst. Op grond van de wet kunnen, in het geval van een faillissement van de lease, zowel de leasemaatschappij als de curator de leaseovereenkomst tussentijds opzeggen met inachtneming van een redelijke opzegtermijn. Vaak wordt in deze situatie een opzegtermijn van enkele maanden gehanteerd, waarbij een opzegtermijn van drie maanden het maximum is. De vordering van de leasemaatschappij vóór het faillissement van de lessee is dan een concurrente vordering. De vordering van de leasemaatschappij voor het gebruik van het object nà het faillissement van de lessee is een boedelvordering. Boedelvorderingen zijn hoog gerangschikt, dus als er enig geld in de boedel zit, dan is er een grotere kans dat deze vordering wordt voldaan dan een concurrente vordering.

Omdat bij operationele lease geen verplichting bestaat tot verkoop van het object, zoals wel bij financiële lease wel het geval is, kan het object nadat de lessee failliet is verklaard, door de leasemaatschappij gewoon worden ingenomen. De leasemaatschappij heeft daarna alle vrijheid om te doen met het object wat wenselijk wordt geacht.

Het beperken van de schade door de leasemaatschappij

Alhoewel het voor een leasemaatschappij soms kan lijken alsof er weinig kan worden gedaan om schade bij een faillissement te voorkomen, is dat niet zo. Wel is het een gegeven dat juist en tijdig handelen essentieel is. Van belang is dat al juist wordt gehandeld in de fase dat de leaseovereenkomst wordt aangegaan. Belangrijke vragen die de leasemaatschappij zich op dat moment moet stellen, zijn onder andere:

  • Staat in de leaseovereenkomst of algemene voorwaarden er een bepaling over faillissement?
  • wordt er op de juiste wijze toestemming gevraagd voor het laten uitvoeren van een financieel onderzoek bij de lessee? (denk aan PSD2)
  • Wie zitten er achter de aanvraag van de lease en heeft die partij een (negatieve) geschiedenis met faillissementen?
  • Met wat voor soort ondernemingsactiviteiten moeten de leasetermijnen worden voldaan? (een klein bedrijf met éen opdrachtgever loopt nou éénmaal meer risico in vergelijk met een grotere onderneming met diverse opdrachtgevers)
  • Welke mogelijkheden zijn er om verduistering van leaseobjecten te voorkomen en wie gaat daarvoor betalen?
  • Waar mag het object allemaal worden gebruikt en kan het simpel worden weggehaald?
  • Welke zekerheden kunnen eventueel worden gevraagd van andere partijen bij het aangaan van de leaseovereenkomst? (het verkrijgen van aanvullende zekerheid op een later moment blijkt in de praktijk vaak lastig)
  • Worden de objecten goed verzekerd en wordt dat gecontroleerd?

Mochten er zich gedurende de looptijd van de leaseovereenkomst signalen voordoen  dat het mogelijk niet goed gaat met de onderneming van de lessee, zoals bijvoorbeeld een verzoek om uitstel van betaling, dan is het voor de leasemaatschappij essentieel om snel en actief te handelen. Van belang is dan dat de leasemaatschappij op de hoogte is van zijn eigen positie en de staat van de objecten. De objecten zullen immers in de meeste gevallen de belangrijkste vorm van zekerheid zijn voor de leasemaatschappij. Ook is het in deze fase belangrijk om regelmatig contact te houden met de bestuurders van de lessee en een goed beeld te krijgen van de financiële moeilijkheden (en mogelijkheden) bij de lessee.

Zonder deze kennis kan de leasemaatschappij niet een weloverwogen beslissing maken hoe het beste kan worden gehandeld. Wordt er gekozen om de situatie nog even aan te kijken, of wordt er gekozen dat er aanvullende eisen zullen worden gesteld, zoals bijvoorbeeld het eisen van nieuwe aanvullende zekerheden? Tot slot kan het soms ook een goede keuze zijn om de overeenkomsten al te ontbinden en de objecten terug te eisen, voorafgaand aan het faillissement van de lessee. Dit voorkomt soms langlopende discussies met een curator en het mogelijke verzoek om een financiële bijdrage voor zijn rol om de objecten vrij te geven.

Meer informatie

In onze praktijk hebben wij vaak te maken met leasemaatschappijen en diverse vraagstukken ten aanzien van het opstellen en de uitleg van leaseovereenkomsten, problemen met een lessee of een (naderend) faillissement van de lessee. Mocht u tegen dergelijke vraagstukken aanlopen, neem dan contact op met één van onze advocaten ondernemingsrecht en experts in insolventierecht.

Artikelen en klantverhalen binnen dit specialisme