Op 16 januari 2025 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) een belangrijk arrest gewezen in zaak C-642/23, waarin het Hof zich uitsprak over de terugbetalingsrechten van passagiers bij een geannuleerde vlucht onder EU Verordening 261/2004.
Achtergrond van de zaak
De zaak draaide om een passagier die van Düsseldorf naar Brisbane vloog, met een tussenstop in Abu Dhabi, waarbij de vlucht van Düsseldorf naar Abu Dhabi werd geannuleerd. De luchtvaartmaatschappij bood de passagier compensatie in de vorm van miles aan, die in een loyaliteitsprogramma zouden worden bijgeschreven. De passagier registreerde zich voor dit programma, maar ontving de toegezegde miles uiteindelijk niet.
In eerste aanleg vorderde de passagier de volledige terugbetaling van het ticket in geld. Het bedrag had zij echter niet becijferd. Deze vordering werd afgewezen, omdat zij dat niet had gedaan en omdat de passagier hooguit compensatie kon verlangen van de kosten voor de heenvlucht. In hoger beroep vorderde de passagier een betaling van EUR 1.189,00 met rente, te weten: de kosten van de heen- en retourvlucht.
De Duitse rechter stelde het HvJ-EU daarop prejudiciële vragen over de uitleg van artikel 8, lid 1, onder a), en artikel 7, lid 3, van Verordening 261/2004. De wetsartikelen luiden als volgt:
- Artikel 8, lid 1, onder a) bepaalt dat passagiers bij annulering van hun vlucht het recht hebben op volledige terugbetaling van hun ticket binnen zeven dagen, tegen de prijs waarvoor het is gekocht.
- Artikel 7, lid 3 bepaalt dat deze terugbetaling in contant geld, per bankoverschrijving, bankcheque of, met de schriftelijke toestemming van de passagier, in de vorm van reisbonnen of andere diensten kan plaatsvinden.
De prejudiciële vragen waren als volgt geformuleerd:
- Is een passagier gebonden aan terugbetaling in miles als hij zich registreert voor een loyaliteitsprogramma, zonder expliciete schriftelijke toestemming?
- Kan een passagier terugbetaling in geld eisen als de luchtvaartmaatschappij de beloofde miles niet bijschrijft?
Het oordeel van het Hof
Het HvJ-EU oordeelde dat een passagier niet wordt geacht zijn schriftelijke toestemming te hebben gegeven voor terugbetaling in de vorm van reisbonnen of miles, enkel door registratie voor een loyaliteitsprogramma. Een geldige instemming vereist een uitdrukkelijke, definitieve en ondubbelzinnige aanvaarding. Omdat de eerste vraag ontkennend werd beantwoord, hoefde het Hof de tweede vraag niet te behandelen.
Belang voor passagiers en luchtvaartmaatschappijen
Dit arrest bevestigt dat luchtvaartmaatschappijen passagiers niet automatisch mogen binden aan alternatieve compensatie zoals miles of vouchers. Passagiers behouden het recht op terugbetaling in geld, tenzij zij uitdrukkelijk, definitief en ondubbelzinnig akkoord zijn gaan met een andere vorm van compensatie.
- Voor luchtvaartmaatschappijen betekent dit dat zij transparanter moeten zijn in hun compensatieaanbiedingen en expliciete instemming van passagiers moeten verkrijgen.
Conclusie
Dit arrest versterkt de positie van consumenten in het luchtvervoer en onderstreept het belang van heldere en vrijwillige instemming bij alternatieve compensatieregelingen. Voor reizigers die geconfronteerd worden met vluchtannuleringen, biedt dit een extra bescherming tegen ongewilde compensatievormen.
Meer informatie
Mocht u a.d.h.v. dit artikel nog vragen hebben, neem dan contact op met onze specialisten Handel, Industrie en Logistiek:
