Klanten
staan centraal
40+ jaar
juridisch expert
Nationaal
en internationaal
Neem contact op

Wet handhaving consumentenbescherming (blogreeks OHP – II)

Dit is deel 2 van een blogserie over oneerlijke handelspraktijken. Tijdens het seminar dat wij houden op 11 oktober 2022 zullen wij uitgebreid stilstaan bij oneerlijke handelspraktijken. Niet alleen de in dit blog besproken handelspraktijken, maar ook die in de voedselketen en landbouw. U kunt zich nog aanmelden voor dit seminar via onderstaande button.

In een volgend blog gaan we in op de wijzigingen in de Wet oneerlijke handelspraktijken die op dit moment door de Tweede Kamer worden behandeld.

Meer info & Aanmelden

 

In dit blog staat de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) en de handhaving door de ACM daarvan centraal. Hierbij wordt specifiek ingegaan op de handhaving van het verbod op oneerlijke handelspraktijken.

Handhaving door de ACM

De ACM krijgt een steeds actievere rol in het handhavend optreden bij inbreuken in het consumentenrecht. De Whc geeft de ACM verschillende bevoegdheden, waardoor zij toezicht en naleving kan uitoefenen ten aanzien van onder andere de artikelen 8.2-8.14 Whc. Het artikel waar dit blog op in wordt gegaan is artikel 8.8, welke ziet op de handhaving van niet toegestane oneerlijke handelspraktijken. Op grond van dit artikel is het een handelaar niet toegestaan om oneerlijke handelspraktijken te verrichten.

Artikel 8.8 Whc: Oneerlijke handelspraktijken

Een voorbeeld van een oneerlijke handelspraktijk deed zich voor in de zaak van de ACM tegen een verkoper van voedingssupplementen. In deze zaak bood de verkoper producten, waaronder voornamelijk voedingssupplementen, aan consumenten aan. Via verschillende sociale mediakanalen werden de producten op de website gepromoot. Op basis van een onderzoek van de ACM is vervolgens vastgesteld dat verkoper niet-authentieke consumentenbeoordelingen in de vorm van ‘likes’ en ‘volgers’ heeft gekocht, hetgeen een (misleidende) oneerlijke handelspraktijk is en een overtreding oplevert op grond van artikel 8.8 Whc.

Handhavingsmogelijkheden

Een van de mogelijkheden om oneerlijke handelspraktijken te handhaven is dat de ACM aanwijzingen kan geven tot naleving van de Whc. Als deze aanwijzingen niet gevolgd worden, heeft de ACM vervolgens de mogelijkheid om een bestuurlijke boete en/of dwangsom op te leggen. Dit laatste was het geval in de zaak van ACM tegen de verkoper van voedingssupplementen.

Bestuurlijke boete

Bestuurlijke boetes door de ACM zijn per juli 2016 vastgesteld op ten hoogste € 900.000,- of, indien dat meer is, 1% van de omzet van de overtreder. Als er sprake is van een bestuurlijke boete in geval van misleidende en/of agressieve handelspraktijken dan bedraagt de boete € 900.000 of, indien dat meer is 10% van de omzet van overtreder.

In een zaak met betrekking tot een autoconcern werd er een dergelijke boete door de AMC opgelegd. In de periode 2009-2015 zijn verschillende type auto’s van desbetreffende autoconcern voorzien van een software, waarmee werd herkend of de auto op dat moment werd getest in een testomgeving. Als deze testomgeving door de software werd herkend schakelde de motor over naar “modus 1”. Door het activeren hiervan werd de uitstoot van stikstof beïnvloed, waardoor deze uitstoot binnen de goedkeuringseisen bleef. De ACM is na een melding van de Consumentenbond een onderzoek gestart naar oneerlijke handelspraktijken door het desbetreffende autoconcern. De ACM komt tot het oordeel dat het autoconcern door dit handelen een drietal overtredingen heeft begaan en besluit een gezamenlijke boete op te leggen van € 450.000.

Bij de vaststelling van zo’n bestuurlijke boete wordt er op grond van artikel 2.10 Whc, waar passend in ieder geval rekening gehouden met:

  1. de aard, ernst, omvang en duur van de inbreuk;
  2. de maatregelen die de overtreder heeft getroffen om de door de consument geleden schade te beperken of te verhelpen;
  3. eerdere inbreuken van de overtreder;
  4. de door de overtreder als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen, voor zover bekend;
  5. in geval van een inbreuk binnen de Unie: sancties die in andere lidstaten aan de overtreder zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, voor zover die informatie beschikbaar is in de elektronische databank, bedoeld in artikel 35 van Verordening 2017/2394;
  6. andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de specifieke overtreding.

Openbare waarschuwing door de ACM

Naast het opleggen van een dwangsom en/of een bestuurlijke boete kan de ACM een openbare waarschuwing geven voordat zij de inbreuk vaststelt. Dit doet zij om consumenten zo snel en effectief mogelijk te informeren over een schadeveroorzakende handelspraktijk van een onderneming en daardoor potentiële schade te voorkomen.

Meer informatie

Mocht u vragen hebben n.a.v. dit artikel, neem dan gerust contact op Gert-Jan de Jager (gj@kneppelhout.nl) – specialist op het gebied van Vastgoed- en Omgevingsrecht.

Artikelen en klantverhalen binnen dit specialisme