Per 1 januari 2021 treedt de Wet Franchise in werking. De wet gaat grote gevolgen hebben voor de verhouding tussen franchisegever en –nemer en de tussen hen geldende overeenkomst, niet in het minst voor franchisegevers. Zowel nieuwe als lopende franchiseovereenkomsten zullen aan de wet moeten voldoen. Ten aanzien van de inhoudelijke minimumvereisten geldt voor lopende overeenkomsten een overgangsperiode van twee jaar.
Aanpassing aan de nieuwe verplichtingen vereist energie en aandacht en zal mede in het licht van de coronacrisis mogelijk extra zorgen met zich meebrengen. In deze blog daarom een aantal belangrijke aandachtspunten.
Dwingend recht
De Wet Franchise is van dwingend recht. Ten nadele afwijken van in Nederland gevestigde franchisenemers is niet mogelijk, óók niet als contractueel een ander (vreemd) recht op de overeenkomst van toepassing is verklaard. Wel kan ten nadele worden afgeweken van in het buitenland gevestigde franchisenemers.
Precontractuele verplichtingen
Minimaal vier weken voor het sluiten van de franchiseovereenkomst dient de franchisegever de franchisenemer te informeren over de indeling van de overeenkomst, de bijbehorende franchisekosten en voorts alle informatie die van belang kan worden geacht voor het sluiten van de franchiseovereenkomst. De franchisegever hoeft hierbij geen omzetprognose te verstrekken.
Inhoudelijke minimumvereisten franchiseovereenkomst
Ook zullen een aantal wettelijke minimumvereisten aan de overeenkomst worden gesteld:
- afspraken over de aanwezigheid van goodwill en de compensatie van de franchisenemer voor de vastgestelde goodwill in geval van overname van de onderneming;
- een non-concurrentiebeding dient temporeel en geografisch beperkt te worden;
- voor bepaalde aanpassingen aan de franchiseformule, heeft de franchisegever toestemming nodig van de meerderheid van franchisenemers in Nederland of de franchisenemers die door de wijziging geraakt worden.
Kom tijdig in actie!
Denk hierbij onder andere aan:
- een tijdige en complete informatieverstrekking in de precontractuele fase;
- het in lijn brengen van de franchiseovereenkomst met de minimumvereisten;
- een adequate informatievoorziening naar franchisenemer tijdens de franchiserelatie;
- mogelijke aanpassing van werving en selectie van mogelijke franchisenemers.
Literatuur:
- J. Teunissen, ‘Bescherming franchisenemers op komst’, NJB 2018/33, p. 2461-2464.
- J. Teunissen, ‘Franchisewet nu of nooit’, NJB 2019/27, p. 1946-1949.
- M. de Koning, ‘Het wetsvoorstel Franchise, NJB 2019/4, p. 262-264.
Wet:
- Kamerstukken II 2019-2020, 35 392, nr. 1.
- Kamerstukken II 2019-2020, 35 392, nr. 2.
- Kamerstukken II 2019-2020, 35 392, nr. 3.
Meer informatie
Mocht u verder nog vragen hebben over de Wet Franchise, neem dan contact met ons op of raadpleeg de bronnen.