In een recente uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam stond de vraag centraal of bestuurders en commissarissen van de onderneming Fairstar Heavy Transport N.V. (“Fairstar”) aansprakelijk konden worden gehouden vanwege onbehoorlijke taakvervulling. Het hof oordeelde, in lijn met de rechtbank in de procedure in eerste aanleg, van wel. Aansprakelijkheid van bestuurders bij onbehoorlijke taakvervulling en een persoonlijk ernstig verwijt is niet ongebruikelijk en komt regelmatig terug in de jurisprudentie. De aansprakelijkheid van commissarissen minder vaak. Hoe kwam het hof in deze kwestie tot het oordeel van aansprakelijkheid van de commissarissen? Wij lichten het in dit artikel kort toe.
De feiten en omstandigheden
Het bestuur van Fairstar tekende in 2011 een overeenkomst voor de bouw van een schip, de “FATHOM”, voor USD 111 miljoen bij een scheepsbouwer in China. Het bestuur van Fairstar had deze voorgenomen investering voorgelegd aan de Raad van Commissarissen van Fairstar en deelde vervolgens mede aan de tussenpersoon dat de vereiste goedkeuring van de Raad van Commissarissen was verkregen. Uit de notulen van de vergadering van de Raad van Commissarissen volgt echter dat de Raad van Commissarissen enkel goedkeuring gaf aan ondertekening van de overeenkomst indien de financiering voor de bouw van het schip bij Fairstar rond zou zijn. Die financiering was op dat moment immers nog onzeker. Toch werd de overeenkomst ondertekend door het bestuur en werd aangevangen met de bouw van de FATHOM. Toen vervolgens de eerste factuur van USD 2 miljoen binnen kwam, presenteerde het bestuur van Fairstar dit aan de Raad van Commissarissen als “option fee” voor het reserveren van een slot bij de scheepswerf in China. De Raad van Commissarissen ging er dus, naar eigen zeggen, vanuit dat het bestuur slechts een optie had genomen op de bouw van de FATHOM, terwijl dit contract in werkelijkheid al onvoorwaardelijk was ondertekend door het bestuur.
Het oordeel van het hof
Ten aanzien van de commissarissen oordeelde het hof dat zij hun taak niet naar behoren hebben vervuld en hen daarvan een ernstig verwijt valt te maken. De commissarissen zelf betoogden dat zij niet wisten en ook niet hoefden te weten dat het contract voor de bouw van de FATHOM onvoorwaardelijk was en de Raad van Commissarissen ervan uitging en ervan uit mocht gaan dat enkel sprake was van een optie op de bouw van de FATHOM. Het hof gaat niet mee in dit betoog. Volgens het hof was er geen reden tot twijfel aan de mededeling van het bestuur dat er geen onvoorwaardelijk contract was aangegaan en dat een redelijk denkend commissaris zou hebben moeten twijfelen aan deze mededeling of daar vragen over had moeten stellen. Volgens artikel 2:140 BW jo. 2:8 BW valt de commissarissen van dit onbehoorlijk toezicht een ernstig verwijt te maken.
Seminar ‘Een succesvolle onderneming: de belangrijke rol van compliance en integriteit’
Op 26 september 2024 om 14.30 uur organiseren wij het seminar ‘Een succesvolle onderneming: de belangrijke rol van compliance en integriteit’. In een tijdsbestek van 2,5 uur nemen we u mee in de laatste trends, ontwikkelingen en best practices op het gebied van compliance en integriteit. Een van de presentaties gaat dieper in op het onderwerp ‘Corporate compliance en corporate governance: ligt bestuurdersaansprakelijkheid op de loer bij niet-naleving?’, waarbij aansprakelijkheid bij onbehoorlijke taakvulling ook uitgebreid aan bod komt. U kunt zich nog aanmelden voor dit seminar via onderstaande button.
Meer info & Aanmelden
Tot slot
De aansprakelijkheid van commissarissen is in de praktijk minder gangbaar dan de aansprakelijkheid van bestuurders, maar kan zeker niet over het hoofd worden gezien. Van belang is dat ook commissarissen alert blijven en vragen blijven stellen aan het bestuur in het geval van enige vorm van twijfel. Mocht u vragen hebben over het leerstuk van de aansprakelijkheid van bestuurders en/of commissarissen, neem dan contact op met één van onze advocaten van de sectie ondernemingsrecht:
